Veteranengevoel, een kwestie van bewustwording

Veteranengevoel, een kwestie van bewustwording

Majoor b.d. Gerrit Beerkens, vice voorzitter VVRG
13 juni 2019

De erkenning en waardering voor veteranen in Nederland heeft de afgelopen jaren een steeds grotere vlucht genomen. Steeds meer burgers worden zich ervan bewust wat het belang van de inzet van de Nederlandse militair tijdens missies betekent voor de al dan niet relatieve vrede en veiligheid waarin wij kunnen leven. Helaas wordt dit niet op de laatste plaats bijna dagelijks bevestigd door aanslagen die overal ter wereld worden gepleegd door terroristen met uiteenlopende motieven. Of het nu gaat om politieke, religieuze, etnische of andere motieven, feit is en blijft dat niemand er van gevrijwaard wordt. Bewaking van onze democratie, rechtsorde, vrede en veiligheid blijft een noodzakelijk kwaad.

Als je vanwege deelname aan o.a. (vredes)missies voldoet aan de kwalificatie die de Veteranenwet van 2012 daaraan stelt, krijg je de veteranenstatus. Het merendeel van de huidige geregistreerde veteranen in Nederland bestaat inmiddels uit relatief jonge mannen en vrouwen.De erkenning en waardering voor veteranen in Nederland heeft de afgelopen jaren een steeds grotere vlucht genomen. Steeds meer burgers worden zich ervan bewust wat het belang van de inzet van de Nederlandse militair tijdens missies betekent voor de al dan niet relatieve vrede en veiligheid waarin wij kunnen leven. Helaas wordt dit niet op de laatste plaats bijna dagelijks bevestigd door aanslagen die overal ter wereld worden gepleegd door terroristen met uiteenlopende motieven. Of het nu gaat om politieke, religieuze, etnische of andere motieven, feit is en blijft dat niemand er van gevrijwaard wordt. Bewaking van onze democratie, rechtsorde, vrede en veiligheid blijft een noodzakelijk kwaad. Als je vanwege deelname aan o.a. (vredes)missies voldoet aan de kwalificatie die de Veteranenwet van 2012 daaraan stelt, krijg je de veteranenstatus. Het merendeel van de huidige geregistreerde veteranen in Nederland bestaat inmiddels uit relatief jonge mannen en vrouwen.

Maar hoe komt het dan, zo vraagt men zich al jaren af in veteranenland, dat bij het benoemen van de veteraan nog (te) vaak het beeld ontstaat van de oudere man met blauwe blazer en grijze broek? Waarom voelt het merendeel van de jongere veteranen zich niet aangesproken als we het over ‘onze veteranen’ hebben?

Naar mijn mening moet allereerst de oorzaak gezocht worden in het feit dat pas sinds 2012 iedereen die uitgezonden is geweest, meteen na terugkomst van die missie de veteranenstatus krijgt. Voor die tijd was dat niet zo. Na WO II, Indië en Korea was er 25 jaar geen deelname aan missies die er toe deden. Bovendien kreeg in die tijd de militair pas de veteranenstatus nadat hij of zij de dienst verlaten had. Veelal op latere leeftijd, soms wel tot 25 jaar na deelname aan een missie als de militair met Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) ging. Mosterd na de maaltijd, zouden we nu zeggen, maar tot 2012 was dat gewoon zo. Veel van de Libanongangers die tussen 1979 en 1985 uitgezonden werden kregen de veteranenstatus pas in 2012. Datzelfde gold voor de deelnemers aan de missies in Bosnië begin jaren 90. Het fenomeen ‘ jonge veteraan’ bestaat dus nog niet eens zo lang.

Een tweede, niet onbelangrijke oorzaak ligt naar mijn mening in het feit dat veel van onze jonge veteranen nog steeds actief dienend zijn en vooral bezig met het uitvoeren van hun militaire taak en zeker niet met het veteraan zijn. Een taak waaraan ze weliswaar de veteranenstatus te danken hebben, maar die nog steeds de volle aandacht vraagt van de militair. Een taak die nog niet is afgerond en dus ook niet is afgesloten. Veelal komt de bewustwording van het veteraan zijn pas jaren later, als de herinneringen gekoesterd worden en het gemis aan kameraadschap de kop begint op te steken. Wanneer men tot de conclusie komt van: “ Hey, ik was ervan!”

Daardoor lijkt het of je gevoelsmatig pas veteraan bent (of mag zijn) wanneer het hele hoofdstuk is afgesloten, terwijl ik denk dat het gevoel veteraan te zijn, moet voortkomen uit de gedachte dat je een wezenlijke bijdrage hebt geleverd aan een stukje vrede en veiligheid, waar en wanneer dan ook. En of je dat wel of niet wilt uitstralen door een veteranentenue te dragen is onbelangrijk. Betrokken willen zijn en het gevoel erbij te horen is de sleutel. Ik durf inmiddels met trots te laten zien dat ik veteraan ben en voel mij happy als ik onze veteranenvereniging (VVRG) vertegenwoordig in blauwe blazer en grijze broek, maar voel me, ondanks dat ik inmiddels tot de categorie 65+ behoor, net zo thuis bij de wat jongere garde als ik van mijn motor stap en het defilé tijdens de NLVD meeloop in onze zwarte VVRG polo en spijkerbroek.

“Been there, done that, so I’m a veteran and I’m proud of it, no matter what!”

En ja, ik ken ook dat terughoudende gevoel. Ik ben in de jaren 90 zelf enkele keren uitgezonden geweest naar voormalig Joegoslavië en heb daar goede herinneringen aan. Ik was en ben trots dat ik indertijd een steentje heb bijgedragen aan een stukje vrede en veiligheid. Het gevoel dat ik daadwerkelijk iets voor de bevolking in Bosnië heb kunnen betekenen. Maar ik was na terugkeer geen veteraan, want zoals ik al schreef kreeg ik de veteranenstatus pas bij mijn FLO in 2010. Ik heb dat ervaren als een formaliteit en ik voelde me daardoor geenszins van de een op de andere dag veteraan. Dat gevoel heeft moeten groeien en na enkele jaren, omdat ik mij steeds meer ging bezighouden met veteranenzaken en vanwege mijn passie voor het motorrijden en de contacten met andere motorrijdende veteranen, kwam bij mij steeds meer de bewustwording dat ik veteraan was en doet het mij goed te merken dat er m.n. vanuit de burgerbevolking steeds meer erkenning en waardering komt voor de Nederlandse veteraan.

“Thank you for your service, sir!”

Als het gaat om erkenning en waardering en de wijze waarop je die ervaart, kunnen we nog het een en ander leren van de wijze waarop de veteraan in de USA door de burgerbevolking bijna letterlijk op een voetstuk geplaatst wordt. Tijdens een roadtrip die ik in 2018 samen met een aantal motorrijdende collega veteranen heb gemaakt in de USA, hebben we dat aan den lijve ondervonden. In mei 2018 hebben we onze eigen motoren verscheept naar Miami, Florida, om vervolgens gedurende bijna 4 weken rond te toeren door de staten aan de oostkust om vervolgens de motoren weer op de boot naar Nederland te zetten in New York.

Hoogtepunt van deze tocht was wel de deelname aan de ‘Rolling Thunder’ in Washington DC. Een jaarlijks terugkerend evenement waaraan zo’n vierhonderdduizend veteranen motorrijders vanuit alle staten van Amerika deelnemen en waarbij deze motorrijders ter ere en nagedachtenis aan de gevallenen en vermisten van de Vietnamoorlog een defilé rijden door de stad. Een bijna onafzienbare stoet van motoren die onafgebroken gedurende 5 uur door de stad rijdt. Voorafgaand aan dit evenement hebben we in samenwerking met personeel van de Nederlandse Ambassade en in aanwezigheid van een aantal Amerikaanse veteranen, namens het Koninkrijk der Nederlanden een krans gelegd bij het Koreamonument in het Memorial Parc. Een indrukwekkende en emotionele ceremonie die veel belangstelling en waardering genoot van de omstanders.

Aansluitend aan dit overweldigende weekend in Washington DC hebben we onze weg vervolgd via Gettysburg en Harrisburg, de plaatsen waar de grote veldslagen plaatsvonden tijdens de Amerikaanse burgeroorlog, om vervolgens stil te staan in New York bij ‘Ground Zero’, de plek waar op 9/11 door de aanslag op het World Trade Centre de ‘War on Terror’ begon. Een aanslag die de wereld met ontzetting en verbijstering voorgoed deed veranderen. Het besef dat de bedreiging van onze waarden en normen, van onze veiligheid en ons dagelijks welzijn elk moment serieus genomen dient te worden. Het besef dat terreur elk moment en overal kan toeslaan en geen grenzen kent.

Tijdens deze reis heb ik ervaren hoe toegewijd de Amerikaanse bevolking is jegens zijn veteranen. Wij, door onze motorvesten met veteranenbadges duidelijk als veteraan herkenbaar, werden vanaf het eerste moment geconfronteerd met willekeurige burgers op straat, in de supermarkt, in winkels, tankstations en noem maar op, die spontaan naar je toekomen, de hand schudden en je respectvol aanspreken met: “ Thank you for your service, sir.”  Daar kreeg ik kippenvel van en nadat ik een beetje gewend was aan dit fenomeen (in het begin keek ik nog wel eens rond of er niet ergens een ‘candid camera’ stond…) kwam steeds meer het besef dat deze mensen oprecht dankbaar zijn voor wat hun militairen betekenen en betekend hebben voor hun vrede en veiligheid. En ja, dan begin je ook voor jezelf het gevoel te krijgen dat het niet vanzelfsprekend is dat we in relatieve vrijheid kunnen leven en dat jij zelf daar een klein steentje aan hebt kunnen bijdragen.

 

Dan komt de bewustwording dat je trots mag zijn dat je veteraan bent en dat je dat mag uitstralen, sodeju!